dinsdag 1 maart 2011

VVD en CDA steken kop in het zand over gemengd onderwijs

De PvdA is er niet gerust op dat in Deventer het beleid voor gemengde scholen voort kan worden gezet. De ommezwaai van CDA-minister Van Bijsterveldt, waardoor het tegengaan van zwarte scholen geen overheidsbeleid meer is, zet de initiatieven voor gemengd en kwalitatief goed onderwijs in veel gemeenten onder druk. Dat is mogelijk ook het geval in Deventer. Het Kabinet van VVD en CDA vindt het geen probleem dat kinderen van verschillende achtergronden elkaar niet langer op school ontmoeten en leren kennen. Ondanks woorden van VVD-wethouder Swart in de NRC van 12 febr. jl. – dat het beleid van de gemeente Deventer gewoon zal worden voortgezet, ongeacht de nieuwe koers van de regering – is de PvdA-fractie er niet gerust op.

PvdA-raadslid Çetin Yildirim: “Onderwijs is meer dan alleen rekenen en taal. De kwaliteit van onderwijs blijkt ook uit de voorbereiding die kinderen meekrijgen om goed te kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving die gekenmerkt wordt door diversiteit. De school is juist de plek bij uitstek waar ze met elkaar leren omgaan. Dat gaat overboord door de koerswijziging van het Kabinet.”

Nu al geldt dat veel zwarte scholen vooral worden bevolkt door achterstandsleerlingen. Er is niet alleen sprake van sociaaleconomische achterstand maar ook van grote taalachterstand. Dit probleem speelt voornamelijk op de ‘mono-etnische’ scholen, oftewel scholen met een erg eenzijdige etnische samenstelling. Kinderen moeten in de gelegenheid worden gesteld om meer te oefenen om de Nederlandse taal goed te leren. Yildirim: "juist om dit mogelijk te maken en om het te stimuleren is een actieve rol van zowel de lokale als de landelijke overheid van belang”.

De PvdA is er niet gerust op dat de nieuwe kabinetskoers geen gevolgen heeft voor Deventer, aangezien de gemeente geen verdere ondersteuning meer zal ontvangen vanuit Den Haag. Zij hoopt en rekent er dan op dat de verantwoordelijk wethouder ook echt alles in het werk te stellen om lokaal wel in te blijven zetten op gemengd onderwijs, ook op eigen kracht en met eigen middelen.

Cetin Yidirim: ”Wat mij betreft gaan we in Deventer door op de ingeslagen weg. Dat wil zeggen dat we samen met de scholen en besturen zorgen voor goed onderwijs op elke school en een leerlingensamenstelling, die een afspiegeling is van de wijk of buurt waar de school staat. We moeten breed blijven inzetten op het tegengaan van de ‘witte vlucht’ in wijken en scholen.”

Ingezonden brief PvdA: Een dooie mus van het CDA voor Bathmen

Door Rob de Geest en Patricia Wiebinga

In november sprak de Tweede Kamer over het voornemen van CDA-minister Eurlings om een spoorboog aan te leggen langs Deventer of Bathmen zodat het goederenvervoer hier fors zou kunnen toenemen. De variant door Colmschate werd door de minister voor het debat al ingeslikt. Een motie om ook alle andere varianten met spoorbogen in Deventer en omgeving te schrappen als mogelijke alternatieven haalde het niet. De CDA-woordvoerder in de Kamer was een van de grootste criticasters van die motie. Alle opties moesten gewoon voor onderzoek op tafel blijven. De motie werd uiteindelijk met 62 tegen 84 stemmen afgewezen, doordat het CDA samen met VVD, PVV en D66 tegen stemde. Daarmee bleven de spoorbogen bij Bathmen reële opties en het gevaar dat een van de twee er uiteindelijk komt ook.

Mede dus dankzij het CDA, dat in verkiezingstijd nu even gemakshalve vergeet wat zijn rol in dit verhaal was. CDA-gedeputeerde en -lijsttrekker Theo Rietkerk verkondigde maandag jl. in het NS-station van Deventer tegen extra goederenvervoer in Oost Nederland te zijn en ook tegen de spoorboogvarianten die Bathmen boven het hoofd hangen (de Stentor van dinsdag 21 februari jl.). Een verstandige positie voor het CDA. Ze sluit zich daarmee aan bij het standpunt dat al meer partijen in het najaar van 2010 verkondigd hebben. Dat het CDA er pas nu mee komt nemen we dan maar even voor lief.
Het gebeurt niet vaak maar er zijn momenten dat standpuntwisselingen bij het CDA positief verrassen. Dit is er zo een.

Maar Rietkerks uitlatingen wijken dus nogal af van het standpunt van de CDA-Tweede-Kamerfractie en de inzet van die fractie bij het Kamerdebat in november 2010. In dat debat in Den Haag had het CDA er toen al voor kunnen zorgen dat deze spoorboogvarianten van de tekentafel waren geveegd. Dan was dat probleem voor Bathmen nu niet meer aan de orde geweest. En bovendien ondergraaft Rietkerk zijn eigen “duidelijke stellingname” nog eens door toch ook weer opties open te houden voor “ruimte voor extra goederentreinen” (!) door innovaties in te toekomst, aldus het artikel in de Stentor. Wordt Bathmen hier blij gemaakt met een dooie CDA-mus?

Zelfs CDA-minister Donner zou maandag naar Deventer zijn gekomen om zich tegen het voornemen van zijn partijgenoot Eurlings uit te spreken. Misschien kwam het goed uit dat hij even niet aanwezig kon zijn bij de verkondiging van het provinciale CDA-standpunt over de spoorbogen. Het is namelijk maar de vraag wat nu het échte CDA-standpunt is, als het er uiteindelijk op aan komt in Den Haag. Rietkerk kan het roepen in zijn campagne, maar in Den Haag laten zijn partijgenoten tot nu toe nog alle opties op tafel. Dan is het hard nodig om dit CDA-standpunt met argusogen te bekijken en er niet zomaar op te vertrouwen. Tot die tijd zijn de ‘scherpe stellingnames’ van Rietkerk boterzacht.

De PvdA is zowel lokaal als in Provinciale Staten en de Tweede Kamer duidelijk geweest: die spoorbogen moeten er niet komen. Dat is pas helder.

Rob de Geest
Raadslid PvdA Deventer

Patricia Wiebinga
Statenlid PvdA Overijssel

maandag 10 januari 2011

Verslag PvdA Ledenbijeenkomst 8 jan. 2011

‘Zorg, en arbeid en sociale zekerheid’
Vincent Stijns



Op 8 januari was ik aanwezig bij de druk bezochte ledenraadbijeenkomst in Utrecht. James van Lidth de Jeude mocht de dagvoorzitter zijn. Meer dan 200 aanwezigen gingen diverse thema’s bespreken. Daarbij werd gebruik gemaakt van de bij ons welbekende rondetafelgesprekken. Iedereen mocht 2 thema’s bijwonen. De thema’s liepen uiteen van natuur en milieu tot ontwikkelingssamenwerking. Zelf heb ik gekozen voor het thema ‘zorg’ (m.n. gericht op het aspect marktwerking) en het thema ‘arbeid en sociale zekerheid’ (m.n. gericht op de onderkant van de arbeidsmarkt).

Zorg

De sfeer rondom het thema zorg kan kortweg worden omschreven als: meer overheid en minder markt. Continuïteit en betrouwbaarheid van de zorg is belangrijk voor burgers. Dat lukt onvoldoende als er om de paar jaar aanbesteed moet worden. En natuurlijk zijn de oplopende zorgkosten een probleem. Dat is voor de mensen zo (denk aan steeds meer eigen bijdragen, en steeds hoger wordende zorgpremies), maar dat is ook voor de overheid een probleem. Daarom moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat mensen vroegtijdig zorg nodig hebben. (Dit is overigens een punt waar deze regering totaal niet op inzet, behalve dan het instellen van steeds meer eigen bijdragen, wat er hooguit voor zorgt dat mensen langer blijven zitten met een probleem waardoor het gevaar dreigt dat problemen verergeren en niet vroegtijdig worden aangepakt.) Preventie is dus waarop we moeten inzetten. Dat vraagt van burgers om naar elkaar om te zien op het moment dat dingen mis dreigen te lopen. En dat vraagt van de overheid (lees gemeente) om samen met lokale welzijns- en zorginstellingen goede wijkgerichte voorzieningen te treffen. Dicht bij de mensen dus. Die toegankelijk zijn voor iedereen en waar ‘ontmoeting en samenzijn’ centraal staat. Gewoon sociaal dus. “Een onsje welzijn kan een kilo zorg voorkomen”, zo bracht ik in. Het belang van welzijn mag niet onderschat worden. Het heeft een centrale functie om de toenemende vraag naar zorg het hoofd te kunnen bieden.

Arbeid en sociale zekerheid
Na de ‘zorgtafel’ kwam ik bij de tafel over arbeidsmarkt en sociale zekerheid te zitten. Het ging met name over de kabinetsplannen gericht op mensen met een arbeidshandicap. Het kabinet stelt o.a. het systeem van ‘loondispensatie’ voor. Dit komt er simpelweg op neer dat mensen met een arbeidshandicap op of (meestal) onder het wettelijk minimum loon uit komen, terwijl ze gewoon aan het werk zijn. Dat is uiteraard onacceptabel. En het leidt er ook toe dat mensen die eigenlijk hartstikke gemotiveerd zijn om te gaan werken, nu zullen zeggen: “bekijk het maar, het levert toch niets op”. Of zoals ik het zelf verwoordde: dit kabinet creëert de ‘zorgwekkende werkmijder’. Dit werd direct door mijn linker buurman aan de tafel bevestigd. Hij gaf aan een baan te hebben op een sociale werkplaats, en dit is de wijze waarop zijn collega’s hierover praten. Zij voelen zich aan de kant gezet omdat zij ‘een smetje’ hebben. Dat moeten we dus niet willen! Veel beter is het systeem van loonkostensubsidie zoals dat in Deventer al jaren (door Sallcon) wordt toegepast. Een meerderheid van de pakweg 750 mensen uit de gemeenten Deventer en Olst Wijhe die in de Wsw zitten werken hierdoor gewoon bij een echte baan, met een eigen salaris binnen de daar geldende CAO. Veel socialer dus. En ook veel slimmer, want deze mensen doen nuttig werk. Dat geeft een gevoel van meedoen en erbij horen, en levert profijt op voor ons allemaal.
Verder is er ook gesproken over de (steeds problematischer wordende) rechtspositie van zzp’ers, en over de problemen die 50-plussers kunnen ondervinden om hun weg te vinden op de arbeidsmarkt.


Tsja, en een bijeenkomst moet ook afgesloten worden. Dat mocht Job Cohen doen. Hij ging hierbij in op diverse vragen die vanuit de zaal gesteld werden. Het was alles bij elkaar een leerzame middag. En nu op naar de provinciale verkiezingen!