zaterdag 4 februari 2012

Kooprecht huurwoning rampzalig idee

Opiniestuk in De Stentor / Deventer Dagblad | zaterdag 4 februari 2012

PvdA-Kamerlid Jacques Monasch en PvdA-raadslid Rob de Geest betogen waarom zij de kabinetsplannen voor de verkoop van 75% van de sociale woningen een rampzalig idee vinden, ook voor Deventer.

Mensen staan in de rij voor een huurwoning. Koopwoningen zijn aan de straatstenen niet te slijten. En wat stelt het kabinet Rutte voor? Verkopen die huurwoningen! 75 procent van de totale voorraad sociale huurwoningen moet verplicht in de aanbieding, dat zijn 1,8 miljoen woningen. In Deventer gaan dan potentieel 8000 huurwoningen in de verkoop. Het zoveelste ondoordachte volkshuisvestingsvoorstel van dit kabinet. Het einde van de woningcorporatie komt in zicht en daarmee het aanbod van betaalbare kwalitatief hoogwaardige huurwoningen in Nederland. Ook in Deventer. Het vrijemarkt-beleid van Margaret Thatcher is recent niet alleen verfilmd, haar achterhaalde ideeën zijn helaas dagelijkse praktijk met dit kabinet Rutte.

Nederland heeft behoefte aan extra huurwoningen. In Deventer is de gemiddelde inschrijftijd voor een huurwoning toegenomen tot 6 jaar. In veel gemeenten willen steeds meer ouderen op het platteland graag hun woning verkopen en hun laatste levensjaren in een huurwoning doorbrengen. Veel jongeren, starters en middeninkomens kunnen de meeste koopwoningen niet betalen, laat staan dat ze een hypotheek krijgen.

Deze maatregel is niet alleen kapitaalvernietiging van bezit dat door de maatschappij is opgebouwd, het betekent ook een afname van de waarde van het woningbezit van de huidige huizenbezitters. Want hoe meer woningen op de markt komen, hoe lager de waarde van de overige koopwoningen, een eenvoudige economische wet van weinig vraag en teveel aanbod. Er staan landelijk circa 200.000 woningen te koop, waarvan eind 2011 in Deventer bijna 950 woningen. En deze woningen staan lang te koop. Dit effect wordt nog eens verergerd, doordat de kopers van deze woningen, de huidige huurders, de starters van morgen hadden kunnen zijn. Normaliter kopen huurders een eigen huis zodra het inkomen dat toelaat. Nu zal men de bestaande huurwoning gaan kopen. Gevolg: de doorstroming op de woningmarkt blijft uit, het bordje te koop blijft nog langer staan. En voor zoekende huurders komen er geen huizen meer vrij omdat het aantal huurwoningen daalt.

Ook voor woningcorporaties betekent deze maatregel grote onzekerheid. Hun bezit en onderpand wordt onzekerder, het kan morgen immers verkocht zijn. Daarnaast zal men tegen hogere rente moeten lenen om plannen gefinancierd te krijgen. Meer kosten voor de corporatie betekent hogere huren en besparingen op onderhoud. Waarom zou een eigenaar in een woning investeren om hem energiezuinig te maken als hij morgen gedwongen verkocht kan worden? Om maar te zwijgen over de gatenkaas die in het bezit van de corporaties wordt geslagen. Een wijk als het Oostrik in Deventer heeft zo al zijn versnipperde problemen door het verkochte huurbezit. En in een wijk als het Rode Dorp is het onderhoud van de huurwoningen al jaren een probleem. In Groot-Brittannië, waar dit Thatcheriaanse beleid is doorgevoerd in de jaren ’80 hebben we gezien dat juist het beste corporatiebezit werd verkocht en de slechte woningen overbleven.

Er kan dus maar een nuchtere conclusie mogelijk zijn; het voorstel voor verplicht kooprecht van corporatiewoningen moet de prullenbak in. Dat is het beste voor starters, huurders en huizenbezitters, ook in Deventer.

Jacques Monasch, Tweede Kamerlid PvdA en woordvoerder woningmarkt
Rob de Geest, Raadslid PvdA Deventer


Geen opmerkingen:

Een reactie posten